In de Hunze leven diverse zoogdieren die zijn aangepast aan de vochtige en gevarieerde omgeving, dankzij de combinatie van water, vegetatie en beschutting. De aanwezigheid van deze dieren hangt ook sterk samen met de gezondheid van het ecosysteem en de mate van menselijke verstoring.
De bever is een van de meest opvallende zoogdieren in beekdalen. Hij leeft in en rond het water en bouwt dammen en burchten, wat bijdraagt aan de ecologische diversiteit van het gebied.
Vleermuizen zijn vaak te vinden in beekdalen, waar ze jagen op insecten die in de vochtige omgeving gedijen. Ze gebruiken bomen en gebouwen in de buurt als schuilplaatsen.
Vossen komen voor in beekdalen, waar ze profiteren van de rijke voedselbronnen, zoals kleine knaagdieren en vogels.
Reeën en edelherten zijn veelvoorkomende bewoners van beekdalen, vooral in gebieden met bosrijke omgevingen. Ze gebruiken de beekdalen als foerageergebied en voor beschutting.
Otters zijn zeldzame bewoners van beekdalen, maar waar ze voorkomen, zijn ze een belangrijke indicator van een gezond watersysteem. Ze jagen op vis en andere waterdieren.
Kleine zoogdieren zoals muizen, spitsmuizen en woelratten zijn veelvoorkomend in beekdalen. Ze profiteren van de vochtige omgeving en de overvloed aan voedsel, zoals zaden
Egels zijn te vinden in de bosrijke delen van beekdalen, waar ze schuilen in dichte vegetatie en jagen op insecten en andere kleine dieren.
In sommige beekdalen, vooral in bosrijke gebieden, komen wilde zwijnen voor. Ze wroeten in de bodem op zoek naar voedsel, wat de bodemstructuur beïnvloedt.
Bunzings en hermelijnen, deze kleine roofdieren zijn vaak te vinden in beekdalen, waar ze jagen op knaagdieren en andere kleine dieren.
Konijnen en hazen komen voor in de drogere delen van beekdalen, waar ze grazen op graslanden en zich verschuilen in struikgewas.